LS&R 2238
25 april 2024
Uitspraak

Boete wegens reclame over 'geneesmiddel' zonder handelsvergunning

 
LS&R 2237
18 april 2024
Uitspraak

Deskundige bepaalt welke medische gegevens verstrekt moeten worden

 
LS&R 2236
28 februari 2024
Uitspraak

Het Nederlandse registratiedossier voor Glucamagnesium behoort toe aan appellante

 
LS&R 1470

Overzicht Tuchtrecht juni 2017

, LS&R 1470; https://lsenr.nl/artikelen/overzicht-tuchtrecht-juni-2017

De redactie beperkt zich tot enkel de gewezen tuchtrecht uitspraken waarin een klacht wordt toegewezen en is voornemens dit onregelmatig te publiceren. De redactie staat open voor uw suggesties voor afwijkingen: redactie@lsenr.nl.

ECLI:NL:TGZRAMS:2017:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/158. Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose. Klaagster, die destijds 34 weken zwanger was, verwijt de huisarts dat zij medicatie (Ibuprofen) heeft voorgeschreven die schadelijk is voor het ongeboren kind. De klacht heeft voorts betrekking op de bejegening. De klacht is gegrond, verweerster heeft gehandeld in strijd met de zorg die zij jegens klaagster had behoren te betrachten.

ECLI:NL:TGZRSGR:2017:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-158. Grensoverschrijdend gedrag. Gegronde klacht tegen een psychiater wegens grensoverschrijdend gedrag binnen de behandelrelatie. De psychiater heeft gehandeld in strijd met de KNMG-richtlijn ‘Seksueel contact tussen arts-patiënt, het mag niet, het mag nooit’, alsmede in strijd met gedragsregels voor artsen. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden.

ECLI:NL:TGZRSGR:2017:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-298. Schending beroepsgeheim. Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft ten onrechte zonder toestemming van klaagster privacygevoelige informatie aan de werkgever van klaagster verschaft. Ook heeft de bedrijfsarts mededelingen gedaan die niet noodzakelijk waren zoals bedoeld in de Leidraad van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde. De gedragsmatige aanpak van de bedrijfsarts stond op gespannen voet met de Richtlijn Psychische klachten en de ondersteuning van klaagster door de bedrijfsarts liet te wensen over, maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Berisping.

ECLI:NL:TGZREIN:2017:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16198. Onvoldoende informatie. Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose. Plastisch chirurg. Klachten: (a) basisarts noemt zich chirurg, (b) onvoldoende informatie gegeven over complexiteit en verhoogd risico onderooglidcorrecties, (c) onzorgvuldig handelen, (d) afschuiven verantwoordelijkheid. Het college verklaart de klachten a, b en c (gedeeltelijk) gegrond en d ongegrond. Verweerster heeft term chirurg gebruikt. Niet voldaan aan informatieplicht. Bij wensgeneeskunde verzwaarde informatieplicht. Geen goede voorbereiding en ingreep niet goed uitgevoerd. Brandwond op ooglid kunstfout. Maatregel: college weegt mee: dossiervoering ver onder de maat, verweerster niet bekwaam om ingreep uit te voeren en geen achtervang geregeld. Gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid, te weten om boven- en onderooglidcorrecties te verrichten.

ECLI:NL:TGZRZWO:2017:111 Regionaal Tuchtvollege te Zwolle 036/2017. Klacht over onvoldoende zorg en onheuse bejegening door huisarts is gegrond. Het Centraal Tuchtcollege heeft de arts eind 2013 een laatste kans gegund en hem een voorwaardelijke schorsing opgelegd met een proeftijd van twee jaar. Thans is er weer sprake van een klacht met gelijksoortige verwijten en ontbrekende kritische reflectie van de arts op zijn eigen handelen. Het college legt de maatregel op van schorsing van zijn inschrijving in het BIG-register voor de duur van zes maanden.

ECLI:NL:TGZRZWO:2017:114 Regionaal Tuchtcollege te Zwolle 260/2016. Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose. Handelen huisarts toereikend op basis voorhanden zijnde informatie, geen noodtoestand, adequaat reageren op noodoproep, onzorgvuldigheid bij toedienen Ascal.

LS&R 1469

Conclusie AG: Software is een medisch hulpmiddel aangezien deze de arts informatie biedt

Hof van Justitie EU 28 jun 2017, LS&R 1469; ECLI:EU:C:2017:501 (SNITEM tegen SNITEM et Philips France), https://lsenr.nl/artikelen/conclusie-ag-software-is-een-medisch-hulpmiddel-aangezien-deze-de-arts-informatie-biedt

Conclusie AG HvJ EU 28 juni 2017, IT 2311; LS&R 1469; C‑329/16 (SNITEM tegen SNITEM et Philips France) Begrip medisch hulpmiddel. CE‑markering. Software dienende ter ondersteuning bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Conclusie AG:

Onverminderd de uiteindelijk door de verwijzende rechter te verrichten beoordeling van de aanwezige functionaliteiten is software dienende ter ondersteuning bij het voorschrijven van geneesmiddelen als die welke aan de orde is in het hoofdgeding, aan te merken als medisch hulpmiddel in de zin van artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen, aangezien deze software de arts informatie biedt die van belang is voor het opsporen van contra‑indicaties, wisselwerkingen tussen geneesmiddelen en te hoge voorgeschreven doses.

LS&R 1468

Heupprotheseproducent belast met bewijs moment van inbreng (gebrekkig) product

Rechtbank Rotterdam 21 jun 2017, LS&R 1468; ECLI:NL:RBROT:2017:4825 (X tegen Biomet c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/heupprotheseproducent-belast-met-bewijs-moment-van-inbreng-gebrekkig-product

Rechtbank Rotterdam 21 juni 2017, LS&R 1468; ECLI:NL:RBROT:2017:4825 en ECLI:NL:RBROT:2017:5027 (X tegen Biomet c.s.) Civiel recht. Productaansprakelijkheid. Biomet c.s. houdt zich bezig met de ontwikkeling en verkoop van heupprotheses. Eisers houden Biomet als producent(en) van de heupprotheses aansprakelijk voor de geleden schade ten gevolge van de gebrekkigheid van de heupprotheses. Gebrekkig product in de zin van artt. 6:185-193 BW? Van belang: moment van in het verkeer brengen van de heupprotheses. Deskundigen worden benoemd.

LS&R 1466

Bijdrage ingezonden door Marloes Meddens-Bakker, The Law Factor.

Marloes Meddens-Bakker - Zijn zonnebrand en tandpasta geneesmiddelen?

, LS&R 1466; https://lsenr.nl/artikelen/marloes-meddens-bakker-zijn-zonnebrand-en-tandpasta-geneesmiddelen

Marloes Meddens-Bakker, Zonnebrand en tandpasta zijn geneesmiddelen. Of toch niet? JGR 2017-01, p.3-8. Zijn zonnebrand en tandpasta geneesmiddelen? In november 2016 deed de Hoge Raad een uitspraak waar dat uit zou blijken. Marloes Meddens-Bakker zette vraagtekens bij deze uitspraak in een artikel: Lees hier het artikel in JGR (maart 2017).

LS&R 1463

Parallelhandelsvergunning verleend voor geneesmiddel D-Cure

Raad van State 9 nov 2016, LS&R 1463; ECLI:NL:RVS:2016:2947 ((S.M.B. tegen College) ), https://lsenr.nl/artikelen/parallelhandelsvergunning-verleend-voor-geneesmiddel-d-cure

ABRvS 9 november 2016, LS&R 1463; ECLI:NL:RVS:2016:2947 (S.M.B. tegen College) Bestuursrecht. Bij besluit van 6 november 2014 heeft het College aan de besloten vennootschap Dr. Fisher Farma B.V. een parallelhandelsvergunning verleend voor het geneesmiddel D-Cure 25.000 IE, drank. Als uitgangspunt heeft namelijk te gelden dat de kwantitatieve samenstelling van het werkzame bestanddeel van D-Cure en D-Cura gelijk is en bestaat er tevens geen aanleiding voor het oordeel dat het College zich niet op het standpunt mocht stellen dat de biologische beschikbaarheid van D-Cure niet anders is dan de biologische beschikbaarheid van D-Cura. Het hoger beroep is ongegrond en de uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd. 

LS&R 1465

HvJ EU: medisch onderzoek niet vereist voor aansprakelijkheid farmaceutische producent

Hof van Justitie EU 21 jun 2017, LS&R 1465; ECLI:EU:C:2017:484 (W ea), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-medisch-onderzoek-niet-vereist-voor-aansprakelijkheid-farmaceutische-producent

HvJ EU 21 juni 2017, LS&R 1465; zaak C‑621/15, ECLI:EU:C:2017:484 (W e.a.) Aansprakelijkheid voor producten met gebreken. Bewijs van gebrek van het vaccin en van het oorzakelijke verband tussen het gebrek en de geleden schade. Ernstige, precieze en met elkaar overeenstemmende aanwijzingen die aan de beoordeling van de feitenrechter worden overgelaten. Uit het persbericht: Indien er geen wetenschappelijke consensus is, kunnen het gebrek van een vaccin en het oorzakelijke verband tussen dit gebrek en een ziekte worden bewezen door een samenstel van ernstige, precieze en met elkaar overeenstemmende aanwijzingen. Het korte tijdsverloop tussen de toediening van een vaccin en het optreden van een ziekte, het ontbreken van persoonlijke en familiale medische antecedenten bij de gevaccineerde persoon alsmede het grote aantal geïnventariseerde gevallen waarin die ziekte na dergelijke vaccinaties is opgetreden, kunnen in voorkomend geval voldoende aanwijzingen vormen om dit bewijs te leveren.

LS&R 1464

HvJ EU: Zuiver plantaardige producten mogen in beginsel niet worden afgezet onder benamingen zoals melk, room, boter, kaas of yoghurt

Hof van Justitie EU 14 jun 2017, LS&R 1464; ECLI:EU:C:2017:458 (TofuTown), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-zuiver-plantaardige-producten-mogen-in-beginsel-niet-worden-afgezet-onder-benamingen-zoals-me

HvJ EU 14 juni 2017, IEF 16863; IEFbe 2202; LS&R 1464; ECLI:EU:C:2017:458; C-422/16 (TofuTown) Merknamen. Verkoopbenaming. Verzoekster is een vennootschap die vegetarische/vegane levensmiddelen produceert en distribueert onder benamingen als Tofubutter, pflanzenkäse, veggie-cheese e.d.. Uit het persbericht: Zuiver plantaardige producten mogen in beginsel niet worden afgezet onder benamingen zoals „melk”, „room”, „boter”, „kaas” of „yoghurt”, die door het Unierecht worden voorbehouden aan producten van dierlijke oorsprong Dit geldt ook wanneer die benamingen worden vervolledigd door verduidelijkende of beschrijvende aanvullingen die wijzen op de plantaardige oorsprong van het betrokken product. Er bestaat echter een lijst met uitzonderingen. HvJ EU (Duits):

LS&R 1462

GGD moet patiëntendossier afgeven maar wel identiteit melders maskeren

Rechtbank Noord-Holland 12 apr 2017, LS&R 1462; ECLI:NL:RBNHO:2017:2838 (X tegen GGD), https://lsenr.nl/artikelen/ggd-moet-pati-ntendossier-afgeven-maar-wel-identiteit-melders-maskeren

Rechtbank Noord-Holland 12 april 2017, LS&R 1462; ECLI:NL:RBNHO:2017:2838 (X tegen GGD) Privacy. Eiser vordert dat de GGD wordt veroordeeld een afschrift van zijn volledige patiëntendossier aan hem te sturen na weigering op grond van 7:456 BW en 5.3.2 lid 4 Wmo 2015. De vordering wordt door de rechtbank toegewezen met opdracht om gegevens die identiteit melder of melders duidelijk maken te maskeren.

LS&R 1461

Oppositie VSY tegen octrooi intra-oculaire lens Carls Zeiss afgewezen

Rechtbank Den Haag 7 jun 2017, LS&R 1461; ECLI:NL:RBDHA:2017:6136 (Carl Zeiss Meditec tegen VSY), https://lsenr.nl/artikelen/oppositie-vsy-tegen-octrooi-intra-oculaire-lens-carls-zeiss-afgewezen

Rechtbank Den Haag 7 juni 2017, IEF 16848; LS&R 1461; ECLI:NL:RBDHA:2017:6136 (Carl Zeiss Meditec tegen VSY) Carl Zeiss houdt zich bezig met het ontwikkelen en verhandelen van lenzen, waaronder zogenaamde intra-oculaire lenzen. Dit is een kunstlens die in het menselijk oog wordt geïmplanteerd. Carl Zeiss is houder van het Europese octrooi EP2377493 op een intra-oculaire lens.
Tegen het octrooi is oppositie ingesteld door VSY. Door VSY wordt een intra-oculaire lens op de markt gebracht onder de naam Tri-ED 611. Rechtbank oordeelt dat de lens van gedaagden valt onder de beschermingsomvang van het octrooi van Carl Zeiss. Het Nederlandse deel is geldig: nawerkbaar, nieuw en inventief. Provisioneel inbreukverbod in afwachting nietigheidsoordeel van de buitenlandse delen.

LS&R 1460

Executeur moet medewerking verlenen aan dna-onderzoek overleden fertiliteitsarts door afgifte goederen

Rechtbank Rotterdam 2 jun 2017, LS&R 1460; ECLI:NL:RBROT:2017:4250 (Fertiliteitsarts), https://lsenr.nl/artikelen/executeur-moet-medewerking-verlenen-aan-dna-onderzoek-overleden-fertiliteitsarts-door-afgifte-goeder

Vzr. Rechtbank Rotterdam 2 juni 2017, LS&R 1460; ECLI:NL:RBROT:2017:4250 (Fertiliteitsarts) Kort geding. Vermoeden ontstaan dat de (inmiddels overleden) arts zijn eigen sperma heeft gebruikt als donor. Eisers vorderen afgifte van persoonlijke voorwerpen ten behoeve van dna onderzoek naar de overleden fertiliteitsarts. Sprake van spoedeisend belang wordt aangenomen evenals een begin van bewijs dat fertiliteitsarts zijn eigen sperma heeft gebruikt. Niet uit te sluiten valt dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat eisers, na een in hun voordeel uitvallende belangenafweging, een succesvol beroep op artikel 7 IVRK en/of artikel 8 EVRM zal kunnen doen, al dan niet gekoppeld aan het leerstuk van de onrechtmatige daad en de wanprestatie. Er is dus een juridische grondslag voor de vordering die beperkt en onder voorwaarden wordt toegewezen. De executeur zal daarom worden veroordeeld om volledige medewerking te verlenen aan een dna-onderzoek, voor zover dat ziet op afgifte van de beslagen goederen ten behoeve het laten nemen van dna-monsters en het laten testen daarvan.