LS&R 2236
28 februari 2024
Uitspraak

Het Nederlandse registratiedossier voor Glucamagnesium behoort toe aan appellante

 
LS&R 2228
20 februari 2024
Artikel

AIPPI - Programma IE Symposium 13 maart 2024 in Zeist

 
LS&R 2235
14 februari 2024
Uitspraak

Concept Medical moet goederen leveren aan MAC’s Medical

 
LS&R 1393

HvJ EU: Merkhouder kan zich verzetten tegen verhandeling van geneesmiddel in nieuwe buitenverpakking

Hof van Justitie EU 10 nov 2016, LS&R 1393; ECLI:EU:C:2016:857 (Ferring Lægemidler A/S tegen Orifarm A/S), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-merkhouder-kan-zich-verzetten-tegen-verhandeling-van-geneesmiddel-in-nieuwe-buitenverpakking

HvJ EU 10 november 2016, IEF 16376; LS&R 1393; ECLI:EU:C:2016:857 (Ferring Lægemidler A/S tegen Orifarm A/S) Farmaceutische producten. Merkenrecht. Het gaat hier om de beantwoording van de volgende vraag: Kan de merkhouder in rechte optreden tegen een parallel importeur die medisch product ompakt en merk opnieuw aanbrengt op verpakkingen die de merkhouder in datzelfde volume aanbiedt?
HvJ EU: De houder van een merk zich kan verzetten tegen de verdere verhandeling van een geneesmiddel door een parallelimporteur die dit geneesmiddel in een nieuwe buitenverpakking heeft omgepakt en daarop het merk opnieuw heeft aangebracht, wanneer het betrokken geneesmiddel in het EER-land van invoer kan worden verhandeld in dezelfde verpakking als die waarin dat product wordt verhandeld in het EER-land van uitvoer en de importeur niet heeft aangetoond dat het ingevoerde product slechts op een beperkt deel van de markt van het invoerland kan worden verhandeld. Het staat aan de verwijzende rechter om dit na te gaan.

LS&R 1392

Mededeling van de Commissie over de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

Biotechrichtlijn 98/44/EC. Uit de mededeling: 1. EXCLUSION FROM PATENTABILITY OF PRODUCTS OBTAINED BY ESSENTIALLY BIOLOGICAL PROCESSES: The Commission takes the view that the EU legislator’s intention when adopting Directive 98/44/EC was to exclude from patentability products (plants/animals and plant/animal parts) that are obtained by means of essentially biological processes.

LS&R 1391

Uitspraak ingezonden door: E.A.C. Jansen en M. Wiegerinck, Arnold & Siedsma

 

Sprake van onrechtmatige uitlatingen nu niet is voldaan aan de voorwaarden van vergelijkende reclame

Rechtbank Den Haag 8 nov 2016, LS&R 1391; ECLI:NL:RBDHA:2016:13311 (Natuurlijk Beter Leven en Aliter Curari tegen DR. Rath Health Programs), https://lsenr.nl/artikelen/sprake-van-onrechtmatige-uitlatingen-nu-niet-is-voldaan-aan-de-voorwaarden-van-vergelijkende-reclame

Vzr. Rechtbank Den Haag 8 november 2016, IEF 16365; LS&R 1391; RB 2792; ECLI:NL:RBDHA:2016:13311 (Natuurlijk Beter Leven en Aliter Curari tegen DR. Rath Health Programs) Onrechtmatige uitlatingen. Vergelijkende reclame. Voedingssuplement. Health Programs is distributeur van voedingssuplementen en heeft met Aliter Curari is een distributieovereenkomst gesloten. Volgens Aliter doet Health Programs in een informatiebrief uitlatingen tegen derden dat Aliter imitatieproducten aanbiedt. Aliter stelt dat de informatiebrief verschillende mededelingen bevat die onrechtmatig zijn omdat sprake is van ongeoorloofde vergelijkende reclame, aantasting van de eer en goede naam en handelen met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. De voorzieningenrechter stelt dat de informatiebrief van Health Programs een aantal passages bevat die voorhands onrechtmatig moeten worden geacht jegens Aliter Curari en Natuurlijk Beter Leven, omdat niet is voldaan aan art. 6:194a lid 2 BW en omdat de reputatie wordt aangetast.

LS&R 1389

HvJ EU: Begrip voedingsmiddel of voedselingrediënt met een nieuwe molecuulstructuur

Hof van Justitie EU 9 nov 2016, LS&R 1389; ECLI:EU:C:2016:839 (Davitas GmbH tegen Stadt Aschaffenburg), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-begrip-voedingsmiddel-of-voedselingredi-nt-met-een-nieuwe-molecuulstructuur

HvJ EU 9 november 2016, LS&R 1389; C-448/14 (Davitas GmbH tegen Stadt Aschaffenburg) Bescherming volksgezondheid. Voedingsmiddelen. Verzoekster Davitas GmbH krijgt bij beschikking van 8 juni 2013 door verweerster (Stad Aschaffenburg) een verbod opgelegd voor distributie van haar product ‘De Tox Forte’ dat een ingrediënt ‘Klinoptiloloth’ bevat dat nog geen EU-toelating als nieuw voedingsmiddel zou hebben verkregen. Het Bayerische Landesamt für Gesundheit und Lebensmittelsicherheit oordeelt dat Klinoptilolith in de EU moet worden beschouwd als een nieuw voedingsmiddel, omdat tot nog toe geen voldoende bewijzen konden worden voorgelegd voor een significante consumptie in de EU vóór 15 mei 1997. Verzoekster bestrijdt het standpunt van de rechter in beroep dat Klinoptilolith alleen al onder Vo. 258/97 valt omdat het in zijn bestaande molecuulstructuur tot dusver nog niet als voedingsmiddel werd gebruikt. Nu beantwoord het HvJ onder andere vraag of het bij het door verzoekster gedistribueerde product gaat om „De Tox Forte” om een voedingsmiddel of voedselingrediënt met een nieuwe molecuulstructuur.

HvJ EU: Art. 1 par. 2 letterlijk. C van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten moet aldus worden uitgelegd dat de term "nieuwe primaire moleculaire structuur" op voedingsmiddelen of voedselingrediënten zorgen dat die niet werden gebruikt voor menselijke consumptie.

LS&R 1388

Octrooi tegen seksuele stoornissen nietig, vermalen werkzame stof voor versnelde opname lag volstrekt voor de hand

Rechtbank Den Haag 26 okt 2016, LS&R 1388; ECLI:NL:RBDHA:2016:12751 (ACTELION PHARMACEUTICALS LTD tegen ICOS CORPORATION), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-tegen-seksuele-stoornissen-nietig-vermalen-werkzame-stof-voor-versnelde-opname-lag-volstrekt

Rechtbank Den Haag 26 oktober 2016, IEF 16345; LS&R 1388; ECLI:NL:RBDHA:2016:12751 (ACTELION PHARMACEUTICALS LTD tegen ICOS CORPORATION) Octrooi. Geneesmiddel. Zowel Actelion als Icos ontwikkelen en exploiteren geneesmiddelen. Actelion wenst ‘tadalafil’ op de Nederlandse markt te brengen zodra het ABC is verlopen. Icos kan zich niet op EP 092 beroepen omdat het octrooi nietig is. Actelion stelt terecht dat WO 675, net als het octrooi, tot doel heeft seksuele stoornissen te behandelen met behulp van tadalafil. Het enige verschil tussen Icos' octrooi en WO675 is de relatief kleine deeltjesgrootte van de tadalafil, waarmee de oplossnelheid van tadalafil wordt verbeterd en daarmee de biologische beschikbaarheid. Het door het octrooi opgeloste objectieve technische probleem is derhalve: het voorzien in een vorm van tadalafil (voor orale toediening) met een verbeterde oplossnelheid (ten opzichte van de ‘ruwe’ vorm) en (daarmee) een verbeterde biologische beschikbaarheid. Het verkleinen van de deeltjesgrootte is een voor de hand liggend extra voordeel van het vermalen tot kleinere deeltjes. Conclusie 1 is niet inventief, het Nederlandse deel van EP 092.

LS&R 1386

Uitbreiding van de grondslag in hoger beroep: bescherming kleur als algemeen bekend merk

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 okt 2016, LS&R 1386; ECLI:NL:GHARL:2016:8563 (Glaxo Group tegen Sandoz B.V.), https://lsenr.nl/artikelen/uitbreiding-van-de-grondslag-in-hoger-beroep-bescherming-kleur-als-algemeen-bekend-merk

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 oktober 2016, IEF 16335; IEFbe 1982; LS&R 1386; ECLI:NL:GHARL:2016:8563 (Glaxo Group tegen Sandoz B.V.) Merkenrecht. Glaxo c.s. baseert inbreukvordering op Benelux-merkinbreuk. De voorzieningenrechter heeft alle vorderingen van Glaxo c.s. afgewezen. In hoger beroep wordt bescherming van het kleurmerk "Pantone 2587C" in de Benelux-landen als algemeen bekend merk ingeroepen en verminderen Glaxo c.s. hun eis door onrechtmatige daad te laten varen. Sandoz c.s. verzetten zich tegen de eiswijziging, stellende dat er in hoger beroep in kort geding onvoldoende tijd is om bewijs bij te brengen tegen de stelling van Glaxo c.s. dat de kleur in de Benelux-landen een algemeen bekend merk is. De uitbreiding van de grondslag is geen ontoelaatbare uitbreiding van het partijdebat, volgens de rolraadsheer. Dat enkel door het hof, als feitelijke instantie, recht wordt gedaan op de gewijzigde eis, is inherent aan het wettelijk stelsel. Het gemis van een feitelijke instantie is op zichzelf dan ook niet voldoende voor het oordeel dat de eiswijziging in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Geen sprake van vertraging of bemoeilijking van de verdediging.

LS&R 1385

Teva maakt geen inbreuk op rivastigmine-pleisteroctrooi

Buitenlandse gerechten 16 mrt 2016, LS&R 1385; (Novartis tegen Teva), https://lsenr.nl/artikelen/teva-maakt-geen-inbreuk-op-rivastigmine-pleisteroctrooi

Rechtbank van Koophandel Brussel 16 maart 2016, IEF 16320; IEFBE 1970; LSR 1385 (Novartis tegen Teva) Octrooi. Eisende partijen vorderen verbodsmaatregelen tegen de verwerende partij voor het commercialiseren van transdermale pleisters die worden gebruikt voor een behandeling van dementie en de ziekte van Alzheimer en die volgens eisende partijen worden beschermd door het Europese octrooi van Novartis AG. Een van de bestanddelen is rivastigmine, wat aanvankelijk enkel onder de vorm van capsules op de markt was. Dit octrooi is intussen verstreken zodat de stof rivastigmine ‘vrij’ is. Het nieuwe octrooi omvat volgens de eisende partijen een innovatieve dosering waarbij rivastigmine wordt toegediend als pleister. Eisende partijen voeren aan dat het octrooi een tweede medische toepassing betreft waarbij rivastigmine wordt toegediend door middel van een pleister en doseringsregime. Teva voert aan dat de beschermingsomvang van de octrooiconclusie moet worden beperkt tot pleisters die overeenstemmen met de referentiepleister. Novartis eist onder andere dat Teva stopt een inbreuk te maken op haar octrooi en de distributie stop. Naar het oordeel van de rechter moet EP ‘219 zeer restrictief geïnterpreteerd moet worden. De interpretatie die Novartis voorhoudt, waarbij een niet gedefinieerde term uit het octrooi (aanvangsdosis) wordt gelijkgesteld aan een andere term uit een later document, kan niet overtuigen. De interpretatie steunt immers niet op de beschrijving of op de tekeningen en bovendien is de opbouw van de conclusie helemaal niet duidelijk, bij gebruik aan een eenduidige terminologie en voldoende informatie in het octrooi zelf.

LS&R 1384

Conclusie mede ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff Buruma, Mark van Gardingen en Jan Pot, Brinkhof.

Conclusie AG: Voor exhibitie van niet technisch inbreukbewijs dient kortgedingdrempel te worden gehanteerd

Hoge Raad 2 sep 2016, LS&R 1384; (Synthon tegen Astellas Pharma), https://lsenr.nl/artikelen/conclusie-ag-voor-exhibitie-van-niet-technisch-inbreukbewijs-dient-kortgedingdrempel-te-worden-gehan

Conclusie AG bij HR 2 september 2016, IEF 16318; LS&R 1384 (Synthon tegen Astellas Pharma) Zie eerder IEF 15313. Deze prejudiciële zaak ligt in het verlengde van AIB/Novisem. Daarin is uitgemaakt dat de maatstaf voor een exhibitievordering van IE-bewijsbeslag op de voet van art. 1019a Rv in verbinding met art. 8431 Rv is dat (dreigende) inbreuk voldoende aannemelijk dient te worden gemaakt. Deze zaak onderscheidt zich van dit arrest dat het niet ziet op "technisch inbreukbewijs", maar inzage om te kunnen staven wie de gestelde voorbehouden handelingen verricht(en) en waar en hoe dat gebeurt. De AG meent dat voor de in deze zaak bedoelde tweede categorie (niet technisch inbreukbewijs) een hogere inzagedrempel moet gelden dan voor de eerste.

 

LS&R 1383

HvJ EU: Parallelimporteren van zelfhulpmiddelen hoeft geen nieuwe beoordeling om te bevestigen in nieuwe taal

Hof van Justitie EU 13 okt 2016, LS&R 1383; ECLI:EU:C:2016:770 (Servoprax tegen Roche), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-parallelimporteren-van-zelfhulpmiddelen-hoeft-geen-nieuwe-beoordeling-om-te-bevestigen-in-nie

HvJ EU 13 oktober 2016, IEF 16316; LS&R 1383; IEFbe 1965; ECLI:EU:C:2016:770 (Servoprax tegen Roche) Richtlijn 98/79/EG betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek – Paralleldistributie in de interne markt – Aanbrenging van de etikettering en de gebruiksaanwijzing van de fabrikant in een andere taal op de buitenverpakking van medische hulpmiddelen voor het zelftesten van het bloedglucosegehalte – Nieuwe of aanvullende conformiteitsbeoordeling. HvJ EU:

Artikel 9 van [richtlijn 98/79/EG betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek] moet aldus worden uitgelegd dat een parallelimporteur van een voor zelfdiagnose bestemd hulpmiddel voor het meten van de bloedsuikerspiegel, dat is voorzien van een CE-markering en dat onderworpen is geweest aan een conformiteitsbeoordeling door een aangemelde instantie, niet verplicht is een nieuwe beoordeling uit te voeren om de conformiteit van de etikettering en de gebruiksaanwijzing van dit hulpmiddel na de vertaling daarvan in de officiële taal van de lidstaat van invoer te bevestigen.

LS&R 1382

Bijdrage ingezonden door Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer LLP.

Rutger Kleemans - UK Court of Appeal over de tweede medische indicatie geclaimd als Swiss type

Buitenlandse gerechten 13 okt 2016, LS&R 1382; (Warner-Lambert v Actavis (pregabaline)), https://lsenr.nl/artikelen/rutger-kleemans-uk-court-of-appeal-over-de-tweede-medische-indicatie-geclaimd-als-swiss-type

Uk Court of Appeal 13 oktober 2016, Warner-Lambert v Actavis (pregabaline) , [2016] EWCA Civ 1006; Floyd LJ, Kitichin LJ en Patten LJ. In een door Lord Justice Floyd geschreven beslissing wees het Engelse gerechtshof op 13 oktober 2016 arrest in de zaak over pregabaline tussen Warner-Lambert en Actavis. Warner-Lambert is houder van EP 0 934 061, met als voor deze zaak belangrijkste conclusies twee Swiss-type claims die zien op (zakelijk gezegd) het gebruik van pregabaline bij de bereiding van een medicijn voor behandeling van neuropathische pijn. Conform het vonnis in eerste aanleg (gewezen door Arnold J), oordeelt het hof dat de conclusies die het onderwerp van de procedure vormen nietig zijn wegens niet-nawerkbaarheid.

Interessanter wellicht voor de Nederlandse rechtspraktijk zijn de obiter overwegingen ten aanzien van inbreuk op Swiss-type (tweede medische indicatie) conclusies. Daarbij moet wel in het achterhoofd gehouden worden dat de verschillen op regelgevend gebied met betrekking tot vergoeding, voorschrijven en uitlevering van geneesmiddelen per land verschillen zodat 1:1 extrapolatie van land tot land in dit soort zaken niet altijd mogelijk is.